
Deze aan het Rijndal gesitueerde villa kenmerkt zich door het samenspel dat de bouwdelen met elkaar aangaan. Positionering, mate van openheid en de materialisering van de twee volumes vormen een evenwicht welke sterk wordt beïnvloed door de specifieke kenmerken van de locatie.
Het, deels onder maaiveld gelegen, gesloten volume bevat de secundaire ruimten en de woonfuncties met een introvert karakter.
De extroverte ruimten voor wonen, eten en werken zijn gesitueerd in het opengesneden natuurstenen volume en hebben een maximale relatie met de omgeving. Het woongedeelte en terras van deze “beletage” kraagt uit over het natuurlijke talud en vorm een “loge” met uitzicht over het Rijndal.
Om de relatie met buiten te accentueren is de natuursteen gevel naar binnen toe doorgezet. De “buitenwand” vormt binnen een massief volume waarin de nevenruimten zijn opgenomen achter met natuursteen beklede deuren.