
Kindcentrum Oranje-Nassau
2021 | Papendrecht
2021 | Papendrecht
2021 | Dordrecht
2020 | Zevenhoven - Noordeinde
2020 | Leimuiden
2019 | Alkmaar
2019 | Bodegraven
2019 | Ter Aar
2019 | Amsterdam
2018 | Zoetermeer
2018 | Waddinxveen
2017 | Zoetermeer
2016 | Zoetermeer
2015 | Zoetermeer
2015 | Papendrecht
2015 | Papendrecht
2015 | Papendrecht
2013 | Zoetermeer
2012 | Zoetermeer
2012 | Zoetermeer
2011 | Zoetermeer
2011 | Bennebroek
2010 | Renkum
2010 | Zoetermeer
2006 | Lijnden
2004 | Haarlem
2002 | Amsterdam
2000 | Bloemendaal
Het onderwijslandschap is alom aan veranderingen onderhevig waarbij niet in de laatste plaats de onderwijsvisie zich steeds verder door ontwikkelt. Vaak is de huisvesting echter achter gebleven en niet afgestemd op de belangrijke rol die deze kan spelen bij de ondersteuning van het vastgestelde onderwijsconcept.
Gezien de te behalen synergie is het voor opdrachtgevers bij voorgenomen onderhoud, renovatie en (ver)bouw dan ook raadzaam in een vroegtijdig stadium de ruimtelijke en bouwkundige mogelijkheden te onderzoeken die kunnen leiden tot een schoolgebouw dat met het onderwijs “meegroeit”.
De Scholendokter zal in zijn rol van ruimtelijk adviseur de “papieren” wensen in een ruimtelijk verband plaatsen. Door het tijdig stellen van de juiste vragen worden de diverse betrokken disciplines verbonden waardoor gebouw, installaties en inrichting samenvloeien in plaats van samenkomen. En, zeker zo belangrijk, door te visualiseren zal De Scholendokter de daadwerkelijke gebruikers, het docententeam, deelgenoot maken, enthousiasmeren, en optimaal betrekken bij de komende veranderingen.
Anders dan in het traditionele bouwtraject, met als startpunt een PVE gebaseerd op budget en vierkante meters, ontstaat zo een integraal, getekend, programma van eisen dat als sturend toetsingskader kan worden toegepast. In de programmafase kan al een investeringsraming en exploitatieopzet gemaakt worden. In een vroeg stadium sturen op bijvoorbeeld materialisering, niet alleen van belang voor de investering maar zeker ook voor de toekomstige exploitatie, is zo mogelijk en voorkomt (financiële) tegenvallers in de realisatiefase.